Bijdrage van Ingrid Sterenborg: besluit business case Akkoord Westerlee
Inbreng van plaatsvervangend fractievoorzitter Ingrid Sterenborg van de ChristenUnie op “het definitief besluit business case Akkoord van Westerlee” tijdens de raadsvergadering van 19 september 2016 in de raadszaal van het gemeentehuis in Stadskanaal.
Vanavond zullen we een besluit moeten nemen over de business case Akkoord Westerlee. Een business case die eigenlijk nog maar één ding omvat: een nieuwe bestuurslaag voor de SW-bedrijven en de T.D.C. ’s.
Toen enkele maanden geleden de contourenschets is vastgesteld heeft onze fractie al gezegd dat wij als raad niet op afstand willen worden gezet. Een standpunt dat door een ruime meerderheid van deze raad is uitgesproken.
We hebben kennis genomen van de opmerkingen van prof. Engels, die aangeeft dat het juridisch onvoldoende verankerd is endat ernstig wordt betwijfeld of het voorgestelde model voldoende recht doet aan de positie, met name de politieke-bestuurlijke eindverantwoordelijkheid van de gemeenteraad in termen van democratische legitimatie, politieke controle en openbaarheid. Zoals ik al eerder aangaf dat is iets wat de ChristenUnie niet wil; we willen zeggenschap houden op het toezicht op zowel van het SW bedrijf als de doorontwikkeling van de T.D.C.'s.
Wij hebben kennis hebben genomen van het advies van de ondernemingsraad. Graag hadden we gezien dat de opmerkingen die het college van Stadskanaal heeft gemaakt , zoals verwoordt in het raadsvoorstel waren/worden meegenomen in de business case.
De heren Kremer en Middel hebben inmiddels echter meermaals aangegeven dat het nu niet meer mogelijk is om nog wijzigingen aan te brengen op de business case. We worden als raad dus wel degelijk aan de zijlijn gezet. Welke zin heeft het voorleggen aan gemeenteraden als we zo onder druk worden gezet?
Er lag een contourenschets die door alle 8 betrokken gemeenteraden akkoord bevonden was. En dat was geen sinecure. Het duurde meer dan een jaar na het ondertekenen van het oorspronkelijke akkoord, voordat men het eens was over de schets voor deze nieuwe organisatie.
Toch heeft de kerngroep besloten deze volledig naast zich neer te leggen en iets nieuws te produceren, hetgeen er nu ligt, de business case. Dan is het toch niet vreemd dat een raad hier wellicht andere gevoelens over heeft?
Wellicht kan de portefeuillehouder hierop reageren. en ook op zijn eigen rol in het kernteam, die toch bijzonder lijkt te zijn, met dit collegestandpunt over de business case.
Wat we het meest betreuren is dat het hele akkoord, en deze business case, op geen enkele wijze nog heeft bijgedragen aan het versterken van de positie van de zwakkeren in de samenleving, de mensen voor wie wij het als ChristenUnie doen!
De mensen die langs de kant staan met een uitkering worden met deze business case op geen enkele wijze geholpen. Sterker nog, in onze beleving is het risico van het weg organiseren van het werk-deel een risico in de één gezin-één plan-één regisseur gedachte waar we als Stadskanaal zo hard mee aan het werk zijn!
De mensen in de SW zitten goed en veilig. Met een zeer beschermde positie en een goede CAO. Dat is zo en dat blijft zo. Deze business case gaat niet in op zorgen en problemen van mensen, maar is een poging om een financieel probleem van gemeenten op te lossen. En dat doet het dan ook nog niet eens. De tien miljoen, die nog rest van de schamele bijdrage van de staatssecretaris valt in het niet bij de kortingen die ze ons in de regio oplegt.
Wij hadden graag gewild dat de focus zou gaan naar alle andere mensen die niet het comfort van een SW-indicatie hebben. Gericht op mensen die onder de participatiewet vallen, mensen met een arbeidsbeperking, die zich na 1 januari 2015 melden en mensen in de bijstand. Alle mensen met afstand tot de arbeidsmarkt die graag aan het werk willen. Maar deze business case biedt geen oplossing voor de versterking van de economie, het versterken van de arbeidsmarkt, de infrastructuur. Het creëren en binnenhalen van banen, onze belangrijkste opgave!
En het is triest dat het geld, en zoals het nu lijkt de hele samenwerking, daarvoor zo afhankelijk gemaakt wordt van een wankel en overbodig construct om SW-bedrijven aan te sturen.
Voorzitter, we willen ten slotte onderstrepen, dat het gezamenlijk uitvoeren van de participatiewet in deze regio van groot belang is.
Wij denken, dat de door het college gestelde voorwaarden geen afbreuk doen aan de uitgangspunten van het akkoord van Westerlee en kunnen ons dus vinden in het raadsvoorstel.