Verzelfstandiging en fusie openbaar primair onderwijs.
maandag 29 oktober 2007 Op de agenda van de raadsvergadering van 29 oktober 2007 staat het “Uitwerkingsbesluit vermogensrechtelijke verzelfstandiging en bestuurlijke fusie openbaar primair onderwijs” op de agenda. Lees de bijdrage van het ChristenUnie gemeenteraadslid Okko Dijkstra.
“Uitwerkingsbesluit vermogensrechtelijke verzelfstandiging en bestuurlijke fusie openbaar primair onderwijs” is het onderwerp met de erbij horende beslispunten waar wij vanavond ons over mogen uitspreken. Het is een logische vervolg op het hoofdlijnenbesluit van 21 mei 2007 om het openbaar onderwijs per 1 januari 2008 te verzelfstandigen en te laten fuseren.
We willen benadrukken dat het gemeentebestuur bij de stichtingsvorm er voor moet oppassen, dat het onderscheid met het bijzonder onderwijs niet vervaagt en dat het gemeentebestuur bij deze vorm niet helemaal los mag komen te staan van het openbaar onderwijs. Daarom doet het ons deugd bij juridische consequenties te lezen” Het gemeentebestuur blijft ook na de verzelfstandiging verantwoordelijk voor de aanwezigheid van een genoegzaam aantal scholen voor openbaar onderwijs in de gemeente”
De kwaliteit van het openbaar onderwijs moet wel gewaarborgd blijven.
Het in het leven roepen van een ambtelijk voorportaal moet het toezicht waarborgen.
Wij vragen ons af of er voldoende waarborgen zijn ingebouwd in deze stichtingsvorm en in het gezamenlijk toezicht d.m.v. de ambtelijk secretaris.
Er wordt gesproken over de taakstelling bij gemeentelijk toezicht, waarbij wordt ingegrepen bij ernstige taakverwaarlozing of bij functioneren in strijd met de wet door het stichtingsbestuur. Ook geeft u aan dat in het gemeenschappelijk uitoefenen van het toezicht er ondanks gelijkluidende voorstellen toch een verschillend inzicht door gemeenteraden zou kunnen zijn over de mate van “ernstige taakverwaarlozing” of over het “in strijd met de wet” zijn . Di t kan natuurlijk tot vervelende bijna niet op te lossen situaties leiden.
Onze fractie wil dat er ook maatregelen kunnen worden genomen in een situatie waarbij de inspectie heeft aangegeven, dat het onderwijs onder de maat is, dus niet alleen bij ernstige taakverwaarlozing.
Moet de directie voortaan zijn beleid verantwoorden aan het stichtingsbestuur en aan de ambtelijke secretaris van de gemeenten?
Ligt de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs voortaan bij het Stichtingsbestuur?
Wat zijn de sancties van deze zo genoemde “ambtelijke secretaris” t.a.v. de kwaliteit van het stichtingsbestuur en van het gegeven onderwijs?
De ChristenUniefractie maakt zich wat de financiën betreft zorgen.
U zegt zelf: ”de voorziening van 1.669.000,- lijkt voldoende om de totale overdracht, zoals die medio 2008 zal worden vastgesteld, te dekken”. Het is dus nog onzeker.
Ook geeft u zelf aan dat een onderbouwing ontbreekt t.a.v. de in het overzicht opgenomen bijdrage voor de gemeente Veendam voor wat betreft het weerstandsvermogen wat afwijkt van het rapport ”Wie A zegt…..”
Pas bij de definitieve vaststelling van de vermogensoverdracht zal dit gecorrigeerd moeten worden. Ook dit punt is nog onduidelijk.
T.a.v. de extra bijdrage in de exploitatie van de gebouwen wordt ook door u zelf weer aangegeven dat de onderbouwing niet overtuigend was. Medio 2008 verwacht u duidelijkheid. Aan de extra bijdrage hebt u voorwaarden verbonden.
Hoe hard zijn deze voorwaarden en wat zijn de risico’s?
Ook de GMR geeft aan dat hun kritische kanttekeningen van 10 mei 2007 nog steeds niet van de baan zijn.
Daarom vragen wij u om de aanbevelingen van ERNST en YOUNG om de overdrachtsbalans nog verder te verbeteren mee te nemen bij de definitieve vermogensoverdracht medio 2008.
T.a.v. de selectieprocedure bestuursleden. zijn we blij, dat de benoemings adviescommissie er in is geslaagd bestuursleden voor te dragen. Onze zorgen over het vinden van voldoende gekwalificeerde mensen zijn weggenomen door uw kwalitatieve toetsing zoals aangegeven in het uitwerkingsdossier.
De GMR van Stadskanaal heeft laten weten te zullen instemmen en ook de personele belangen zijn gelukkig gewaarborgd .Het draagvlak is aanwezig.
Ten slotte willen wij u een compliment maken voor het serieus nemen van de GMR als constructieve gesprekspartner.