Gokverslaving

vrijdag 24 juni 2005

een ex-gokverslaafde en de feiten

"Wat me heel erg in het gokken aantrok, was de kick van het winnen. Maar ik hield mezelf voor de gek. Ik zag alleen wat ik won en niet wat ik verloor. Alleen daar speelde ik voor. Als ik eens flink verloor, was ik heel kwaad op de kast en op mezelf. Ik was dan altijd heel teleurge­steld in mezelf. Als ik veel verloor, had ik ook altijd zin om te stelen. Ik wilde wraak nemen, de kast als het ware terugpakken. Ik was de gokkast als een mens gaan zien, die me in de maling nam."
Michiel, ex‑gokverslaafde
 
 
 
 
"Een gokker die stopt, ervaart net als andere verslaafden onthoudingsverschijnselen. Wetenschappers hebben ontdekt dat tijdens het gokken in het menselijk lichaam een stof wordt aangemaakt met een vergelijkbare werking als morfine. Wanneer deze stof, endorfine genaamd, niet meer aangemaakt wordt, ontstaan er ontwenningsverschijnselen. Dit gegeven maakt de overeenkomst van kansspelverslaving met verslaving aan opiaten wel heel erg groot. Lichamelijke bijwerkingen kunnen zijn: hoofdpijn, vermoeidheid, trillen, transpireren, slaapstoornissen, geheugenverlies, maag- en darmklachten en anorexia. Psychische klachten die bij onthouding kunnen optreden zijn: rusteloosheid, snel geïrriteerd zijn, gedachten aan zelfdoding, angsten, achterdocht, schuldgevoelens, agressieve gevoelens en minderwaardigheidsgevoelens. Daarnaast krijgt de gokker ook problemen in de sociale sfeer: schuldeisers willen hun geld terug, de gokker raakt geïsoleerd. Echtscheiding en verbroken relaties zijn het gevolg. De hoop dat de financiële problemen opgelost kunnen worden, wordt steeds minder. Veel kansspelverslaafden zien in de criminaliteit nog de enige manier om aan geld te komen. Vaak moet de gokverslaafde diep in de put zitten voordat hij hulp zoekt. Soms is het gokken dan al drie tot zeven jaar een vaste gewoonte."
Bron: "Vraagbaak bij verslavingen"

« Terug